Feederhengels

Materiaal verschillende Feeders

Hengels die geschikt zijn voor het werpen met swimfeeders (voerkorven) noemt men logischerwijs dan ook feederhengels. De voerkorf moet bescheiden van afmeting zijn, immers het werpvermogen van onze hengels kent nu eenmaal een grens. De wat grotere voerkorven hebben in gevulde toestand (uiteraard afhankelijk van het formaat en het aangebracht extra loodgewicht) toch al gauw een gewicht dat ergens tussen de 40 en een dikke 100 gram ligt! Om deze zware gewichten weg te zetten is een langere hengel met meer ‘body’ een vereiste. Dus koop een hengel die bij het te bevissen water past.              

Er zijn nogal wat typen feederhengels. Behalve dat er natuurlijk altijd kwaliteitsverschillen en daarmee prijsverschillen zijn, kunnen we de feederhengels onderscheiden in vier hoofdgroepen: light, medium, heavy en ultra heavy. Sorry voor de Engelse uitdrukkingen, maar het feedervissen is nou eenmaal, met termen en al, uit Engeland komen overwaaien.
De huidige “feeder hengel” is globaal te verdelen in twee verschillende uitvoeringen: de “Swingtip” en de andere de zogenaamde “Quivertip”.
Swingtip”:

  • een top wordt met behulp van een rubber slangetje aan de hengel gemonteerd. Bij een beet “swingt” de top dan naar voren of naar je toe. Voordeel hiervan is dat er weinig weerstand ontstaat, en je dus heel licht kan vissen.

Quivertip”:

  • een versmalling in de top van de hengel die er voor zorgt dat de hengel eenvoudig omboog en daarom een betere beetregistratie geeft. De Quivertip zit meestal vast aan de hengel gemonteerd en er bestaat geen geen mogelijkheden om van top te wisselen.

    Bij deze soort hengels worden meestal twee of drie quivertips geleverd. Het is de bedoeling dat men door de juiste keuze van de quivertip een zo best mogelijke beetregistratie krijgt. Een bepalende factor is de strakheid van de quivertip. Het spreekt voor zich dat een tip uit carbon strakker zal zijn dan een tip uit glasvezel. Verder zal het tapse verloop (van dik naar dun) ook bepalend zijn voor de gevoeligheid. Men kan de strakheid eenvoudig testen door het topoog tussen duim- en wijsvingers te nemen. De quiver die het meeste doorbuigt is de minst strakke. Het is de manier van aanbijten en de heersende visomstandigheden (grote vis, kleine vis, wind, stroming.) die mede zullen bepalen welke quivertip we monteren.

Een Winckle picker:
Dit is een hengel voor op witvis waar men op de top vist zonder dobber. Men maakt dan ook gebruik van een voerkorf en vist hiermee op dezelfde plek, waardoor vaak meer en zwaardere vissen mee gevangen wordt. Deze hengels hebben een zachte verwisselbare top die dient als beetregistratie met een gemiddeld werpvermogen van 10 tot 30 gram.

  • een werphengel met een top/parabolische actie.
  • hengeltechniek wordt ook wel “pickeren” genoemd.
  • Winckle pickers hebben losse topjes met een actie van 1 tot 2 ounce.
  • Winckle pickers worden veelal gebruikt in combinatie met een zogenaamde voerkorf. Dit zijn lichte korven tot hooguit 35 gram Voordeel is dat het lokvoer direct bij het aas ligt. En als steeds op dezelfde plek de voerkorf wordt gegooid, kan een mooie gedoseerde voerplek gemaakt worden.
  • De winckle pickers heb je in de maten: 2.40 meter t/m 3.0 meter.
  • Een winckle picker gebruik je het best op stilstaand water of zacht stromend water en gooi je gemiddeld zo’n 15 meter uit de kant.

Een Feeder hengel:
Dit is een hengel voor het vissen op witvis, hiermee wordt hetzelfde gevist als met een Winkle Picker echter zijn deze hengels langer en bezitten ze een groter werpvermogen. Dit is bedoeld om ook te kunnen vissen op kanalen of rivieren zonder dat de stroming de voerkorf verplaatst van de visstek. Deze hengels hebben een gemiddeld werpvermogen van 40 tot 100 gram.

  • Feeders zijn er met vaste en losse topjes, van 1,5 tot 3 ounce. Zo heb je ook nog heavy feeders waar je tot 4 ounce actie kan gaan.
  • gebruik op stromend water of wanneer je ver van de kant moet vissen.
  • Men kan feederhengels al naar gelang werpvermogen en lengte als volgt indelen 3 categorieën;

      • Light feeder (voor lichte korven, tot ca. 40-50 gram)
      • Medium feeder (voor de wat zwaardere korven, tot ca. 70-80 gram)
      • Heavy feeder (voor de zware korven tot ca. 100-120 gram)

Voor startende feedervissers is het algemene advies een feederhengel in de klasse “light” aan te schaffen. Dit type feederhengel wordt als “allround” beschouwd, is ongeveer 3 meter lang en geschikt voor het werpen van korven met een gewicht van een gram of 40. Met deze hengel kunt u in de meeste wateren en onder de meeste omstandigheden aardig uit de voeten. Er kan zowel met een wartelloodje als met een voerkorf én zowel kortbij als veraf mee worden gevist. Als u met zwaardere voerkorven of op grotere afstand dan 35 meter wilt vissen, zou u een “medium” feeder kunnen overwegen. De “heavy’s” en de “ultra heavy’s” zijn bedoeld voor hard stromend water (rivieren) en is voor de beginner niet aan te raden.

Materiaal: Korf
Voerkorven zijn in drie groepen in te delen, namelijk:

  1. open voerkorven, aan beide zijden open.
  2. gesloten voerkorven, aan beide zijden gesloten.
  3. half open korven, slechts aan één zijde open.

In principe bestaat de voerkorf uit een, metaalgaas vervaardigd hulsvormig lichaam verzwaard met een loodstrip. Er zijn ook voerkorven met een plastic lichaam. Een belangrijk verschil tussen een open plastic voerkorf en een gaasfeeder is dat de eerstgenoemde tijdens het binnendraaien gemakkelijker van de bodem loskomt, als de aan alle kanten open gaasfeeder.

  • In stromend water gebruik is het advies om minimaal een korf met een gewicht van 60 gram. Hiervoor gebruik je dan de medium feeder, dit om het gewicht goed te kunnen dragen en je hebt de mogelijkheid om ver te vissen.
  • Is er meer dan 80 gram nodig, tot zeker 100 gram, dan ga kan worden overgegaan op de heavy feeder. Sommige heavy feeders kunnen aardig wat gewicht wegzetten tot zeker 150 gram, heb je nog meer nodig dan kan de “ultra heavy” gebruikt worden. Hiermee kan je met sommige feeders, tot 200 gram wegzetten. Uiteraard vis je dan niet verder dan ongeveer 30-35 meter.