Lokvoer heeft de volgende functie’s:
1. transportmiddel van voerdeeltjes (maden, wormen, casters, mais)
2. lokplek voor de vis
3. het moet de vis op de stek houden
4. het moet de vis aan het azen brengen
5. het mag de vis niet verzadigen
—————————————————————————-
Lokaas bereiden
Hebben we een droge samenstelling uitgezocht dan moeten we deze nog klaar maken om te kunnen gebruiken. Zeef het droge lokaas door een fijnmazige zeef en gooi de stukken die op de zeef achterblijven weg. Het bevochtigen is erg belangrijk. Er mogen geen droge delen in het uiteindelijke lokaas voorkomen. Meng het droge lokaas in een ruime bak en bevochtig de bovenste laag. Opnieuw goed mengen, weer de bovenste laag bevochtigen en zo doorgaan tot de juiste stevigheid bereikt is. Het lokaas een half uurtje laten rusten eventueel nog wat bevochtigen en nogmaals door een zeef drukken. Dit geeft een luchtig veerkrachtig mengsel. Meng eventueel wat van uw aas zoals maden of vers de vase door uw lokaas. We kunnen vaste voerballen maken, die toch makkelijk uit elkaar vallen en waarvan de werking optimaal is. De eerste ballen die we op de voerplek gooien knijpen we vast samen, de volgende iets minder en de laatste nog iets minder. De voerballen zullen in het water met verschillende snelheid uit elkaar vallen en de werking van het lokaas verlengen.
—————————————————————————-
Op deze pagina staan een aantal toeslagstoffen (additieven) die een lokvoer een bepaalde smaak, geur of kleur geven.
Kurkuma (info)
Kurkuma, ook wel koenjit of geelwortel genoemd, wordt gewonnen uit de plant Curcuma longa. Kurkuma is een tropische specerij uit Zuid-Azië. Kurkumais een gemberachtige wortelstok die gekookt en gedroogd wordt. Kurkumapoeder is donkergeel en geeft een sterke kleur aan het voer. Om de geelwortelspecerij te bereiden worden de wortels gemalen. Het heeft qua smaak en kleur veel overeenkomsten met de veel duurdere saffraan. Het werd vroeger daarom ook wel ‘Indische saffraan’ genoemd. De kleurstof ‘curcumine’ maakt dit kruid geschikt om voer geel te kleuren. In bepaalde samenstellingen kan het zeer goed gebruikt worden als eetlustopwekker. Kurkumapoeder wordt gebruikt in bodem- en oppervlaktevisserij , is aromatisch en bindend. Het heeft geen voedingswaarde. Gebruik er niet veel van; meestal 1 eetlepel op 1 kilogram voer.
Brasem of voornvoer voor in de winter!
1.Voor dit voer gebruiken we 1 deel gemalen hennep,en 1,5 deel koriander. Verder doen we er nog 1 deel maïs in dit is om de grote vissen te lokken. We gebruiken ook 1 deel beschuitmeel, en 1 deel vanille of koekjesmeel. Nog 1 deel donker notenmeel, dit donkere is belangrijk om het voer donker te maken. Als laatst gebruiken we 3,5 delen broodmeel. Verder kan men zelf geurstoffen toevoegen, dit is zeer belangrijk!. Goed zeven het voertje en maden of casters er doorheen doen!
2.knoflookpoeder :
op 3 kilo voer, 50 gram knolookpoeder. Brasem
3.curcumapoeder :
is een eetlust opwekker en geelkleurend, te gebruiken in de koudere periodes
op 3 kilo voer, 75 gram curcumapoeder. Brasem
4.currypoeder :
in combinatie met curcumapoeder een goede additief voor voorn in vijver en niet stromende kanalen, curry trekt vooral kleine vis, alleen in een neutraal voer gebruiken en niet in combinatie met ander smaakmakers. Voorn
5.vanille :
ook te gebruiken in combinatie met een zoet voer. Voorn/Brasem
zuivere vanille :
op 3 kilo voer, 1 theelepel zuivere vanille Voorn/Brasem
vanille suiker :
op 3 kilo voer, 100 gram vanille suiker Voorn/Brasem
vanille pudding :
op 3 kilo voer, 150 gram vanille poeder. Voorn/Brasem
6.venkelzaad :
gemalen venkelzaad geeft een anijs smaak aan het voer.
op 3 kilo voer, 100 gram venkelzaad. Brasem
7.steranijs :
werkt eetlust opwekkend en is erg goed op stromend water
( ivm. sterk geurspoor )
op 3 kilo voer, 75 gram gemalen steranijs Brasem
8.hennep, gebrand :
De hennep laten bruinen in de oven of in een koekenpan,
daarna malen en door het voer mengen.
op 3 kilo voer, 300 gram gemalen hennep. Voorn.
9.zout :
gebruiken als het echt koud begint te worden.
op 3 kilo voer, 400 gram zout (goed mengen!).
—————————————————————————-
VOER RECEPT BRASEM
Tip1
feeder visvoer
500 gr paneermeel
40 gr koekjesmeel
20 gr maïsmeel(polenta)
100 gr gemalen hennep
100 gr fijngemalen havermout
200 gr casters
40 gr saffraan(voor kleur)
Tip 2
1 kg gemalen beschuit
300 gram kokos (bruin)
50 gram vanille
400 gram maïsmeel
100 gram duivenmest
————————————————————————————————————-
Casters .
De casters zijn, als ze op de juiste manier bewerkt en aan de haak worden bevestigd, echte voorn-en brasemkillers.
Casters kan men zowel door het lokvoer mengen als los bijvoeren.
Het aantal gevangen vissen zal misschien iets minder zijn maar dat wordt dan weer ruimschoots goedgemaakt door de grootte van de vis!!!!
De casters kan men voorverpakt vinden in elke hengelzaak, maar als je beschikt over voldoende tijd en geduld kan je ze het best zelf maken.
Voor het maken van casters heb je vooral goede castermaden nodig die je goed afzeeft en daarna een lekker badje geeft in koud water. Na het wassen doe je de casters in een ruime bak samen met voldoende zagemeel of zachte houtsnippers, let wel op dat je maden niet kunnen ontsnappen!!!
(Doe er wat babycorn bij dit geeft een veel betere reuk af.)
Hou dit alles lekker vochtig maar verzuip je maden niet.
Zet deze bak op een koele plaats tot het vercasteren begint. Eens het zover is zet je de maden op een aangename warme plaats, zift op regelmatige tijdstippen af door een ruime zeef en verwijder de dode en vroeg verpopte casters die op de zeef achterblijven. Als dit alles lukt krijg je mooie goudbruine casters als eindresultaat.
Casters verpakken doe je best luchtledig maar je kan ze ook in water bewaren dat je regelmatig ververst en bewaar ze koel . Om na te gaan of casters goed of slecht zijn neem je er eentje tussen duim en wijsvinger en knijp deze plat. Aan de hand v/d geur weet je het onmiddellijk ! Voor zowel het maken, als het vissen met casters is een beetje oefening nodig, maar met wat geduld zal dit beloond worden met schitterende vangsten en wie weet de kanjer van je dromen !!!
De beste aassoorten
GROTE WITTE MADEN
Het beste allround aas waarmee je alle vissoorten kunt vangen zijn grote witte maden. Hoe gretiger de vis, hoe meer maden je aan het kontje op de haak prikt.
VERPOPTE MADEN
Verpopte maden, ook wel casters genoemd, kunnen waanzinnig goed werken. Zeker als je ook een handje poppen door je voer mengt. Selecteert vooral de grotere vissen.
MESTPIERTJE
Een mestpiertje is simpelweg onweerstaanbaar voor brasem. Prik na de pier een made op de haak als stopper zodat de kronkelaar er niet vandoor gaat.
ZELF MESTPIEREN KWEKEN.
Allereerst hebben we een geschikte bak nodig. Zeer handig hiervoor is een kattenbak vanwege de open schuine deksel die hierop zit. Deze verhindert de pieren om uit de bak te kruipen en kost niet veel. Andere geschikte bakken zijn houten boxen, wastobbes, of andere gesloten containers. Er mag geen licht in kunnen. Ze moeten ongeveer 100 x72 x 40 cm zijn. Ze moeten wel waterdicht zijn en behandeld tegen vocht en schimmels.
In deze bak legt men vanonder een laag vochtige turf vermengd met wat tuingrond. Gebruik goede aarde om te starten. Meng hierdoor 1/3 organisch materiaal. (verrot of dode vegetatie). Vermijd zandige of kleigrond. Vul de bak met ongeveer 20 tot 25 cm aarde. Maak de aarde vochtig maar niet nat. Wormen voeden zich hoofdzakelijk met cellulose. Deze grondstof is te vinden in papier. Gebruik hiervoor oude kranten, maar verwijder alle glanzende kleurenreclames en week de papiersnippers in leidingwater.
Bovenop de grond met turf, kunnen we nu ons fruitafval en koffiedrap kwijt. Mestpieren vinden koffiedrap een ware lekkernij. Voeg ook ander voedsel toe: b.v. ½ kilo proteïne rijk voedsel zoals gemalen varkens of kippenvoer gemengd met ¼ kilo varkensvet of goedkoop fijngemalen groenten en dit in de bovenste 8 cm aarde. Hier kan men ook maïsmeel aan toevoegen.
Kweekt men zelf mestpiertjes, dan kan men ze een mooie rode kleur geven door gesneden rode bieten onder hun voedsel te vermengen. Wil men zoete mestpiertjes dan mengt men afval van appels en druiven onder hun voedsel.
Na een week kan men een stuk of tien grote pieren in de bak zetten, die na ongeveer drie á vier weken al enkele honderden (kleine witte) nakomelingen zullen hebben. Ondanks dat regenwormen mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen bezitten moeten regenwormen toch paren om zich te kunnen voortplanten. Eieren worden gevormd in een slijmerige buis die wegglijdt over de worm zijn hoofd en die een cocon of capsule vormt die de eieren uitbroedt.Uit de eieren ontwikkelen zich zeer kleine wormen en deze kruipen eruit wanneer de tijd daarvoor gekomen is. Cocons variëren in grootte en vorm en zijn ongeveer tussen een halve tot bijna 1 cm groot.
De kweekbak moet in een frisse, beschermde plaats staan. Men plaatst de bak best ergens waar het tussen de 18°C en 25°C is (bv in kelder naast verwarmingsketel). De vochtigheid van de bak houdt je op peil met een plantensproeier. Onderhoud de kweek bij een temperatuur van 15 tot 18 °C gedurende de koudste dagen door de kweekbak te bedekken met een kartonnen doos. Zorg voor een thermometer. Warmte kan voorzien worden door een lamp te plaatsen binnen de kartonnen doos. Wees voorzichtig dat er geen brand ontstaat. Jonge wormen zullen dan vijf tot zes weken na het “planten” uitkomen.
Voorzie een goede drainage door middel van kleine openingen bedekt met een fijn raster. Hou de grond vochtig (maar niet nat) door te sproeien.
Wormen moeten regelmatig gevoed worden. Per maand geeft men een kwart kilo per 30 cm³ kweekruimte. Eén of twee keer per week voedsel geven is voldoende want voedsel dat niet opgegeten wordt zal de grond verontreinigen. De vochtigheid van de grond blijft voldoende hoog wanneer er bevochtigd wordt telkens als er voedsel wordt toegediend.
Wanneer er pieren bovenop de grond komen liggen of eruit willen kruipen, scheelt er iets en kan je best opnieuw beginnen.
Om geurhinder te voorkomen van het rottende afval kan je het geheel afdekken met een laag gedroogde bladeren.
Best maak je ieder seizoen een nieuwe kweekbak. De door de pieren verwerkte grond is zeer goed voor bloemen en kamerplanten.
Je moet wel in het oog houden dat de bak niet verzadigd raakt met pieren, want anders zal er massale sterfte optreden. Sommige snelgroeiende wormen zijn na drie tot vier maanden volwassen. Op hun beurt starten ze dan hun broedcyclus. De eieren worden gelegd op de bovenkant van de aarde met een maandelijkse interval. Iedere eicapsule bevat 5 tot 15 baby wormen. Wanneer gestart wordt met twee broedbedden zal er reeds geoogst kunnen worden binnen vijf maanden en vanaf dan kan men blijvend oogsten.
Wanneer men zeer veel pieren nodig heeft, kan men in plaats van de kattenbak ook een grotere bak bv. een hobbydoos nemen.
De wormen kunnen verzameld worden door de bak leeg te maken en de wormen met voldoende grootte te sorteren. Sommigen verwijderen de wormen uit de grond door de grond te verhuizen naar een 10 liter emmer waar deze dan 30 minuten blijft staan. Doe de bovenste laag van de grond terug in de kweekbak en de meeste wormen zullen achter blijven op de bodem van de emmer. De aarde kan bewaard blijven en overgezet worden naar een nieuwe box want de eicapsules zijn klaar om een nieuwe kolonie te beginnen. Ongebruikte wormen kunnen ingezet worden als verwekkers.
Voordat je met de wormen gaat vissen kan je ze eerst nog voor een dag of vier in sphagnum mos plaatsen om zich te reinigen. De wormen zullen dan bijna doorschijnend maar ook levendig en een beetje ruw worden.
De wormen kunnen het best bewaard worden bij een temperatuur van 8-10 °C.
————————————————————————————————————-
Wanneer men op een vuile bodem vist kan men gebruik maken van drijvende of beter gezegd zwevende maden. Je hoeft enkel wat water over de maden te gieten zodat ze half boven en half onder het water zitten. Na ongeveer een kwartiertje hebben de maden zich volgezogen met lucht waardoor ze zullen blijven drijven.
———————————————————————————
watertemperatuur interpreteren?
5°C en minder: De activiteit v/d vissen staat nu op een laag pitje. Opletten nu met wat en hoe we voeren en vissen. Het is aan te raden klein aas te gebruiken en voer met mondjesmaat.
————————————————————————————————————
watertemperatuur,in deze maanden juni juli augustus
—– — ———-
15°C en meer: alles kan en mag nu. Van maden tot zelfs pellets . Men kan nu zelf een voerplek aanleggen met maïs en men mag best een grote hoeveelheid lokaas op de voederplek neerdroppen.
————————————————————————————————————-
Ja nu heb ik nog niet alle informatie gegeven maar je moet ook zelf on dekken en opletten wat andere vissers doen en probeer er achter te komen waarom en ga het zelf dan nog eens beredeneren ik heb dan nog een tip!en dat klopt als een bus!
Het voertje moet aan het jaargetij aangepast worden ik bedoel de kleur,is het koud en al laat in de herfst en het water word al helderder en kouder dan moet het voer donker gemaakt worden loopt de watertemperatuur op en het water word troebel, het voertje lichter maken hier voor zijn er in de hengelsport winkels diverse middeltjes voor te krijgen, laat je informeren zou ik zeggen.
Uitleg waarom!
Is het water helder en je voertje fel van kleur voeld de vis zich bespied door de roofvis en blijft weg, dus donker maken dan valt het minder op.
Anders om is het water troebel dan wel felle kleurtjes gebruiken kan de vis het gemakkelijker vinden en voeld zich minder bespied, mijn lieveling kleuren zijn rood in de herfst en geel in de zomer maar dan moet je nog wel uitzoeken wat je wild gebruiken er zijn zoveel soorten en ieder een heeft andere ervaring er mee maar dit hoort toch wel iedere visser te weten dacht ik zo!
Ik hoop dat jullie er wat aan hebben en ik wens jullie een goede visvangst toe.